Koken met bier. Het beste stoofvlees maak je met varkenswangen, ze worden botermals als ze lang stoven. Het vlees gaar je in een degelijk, donker bier zoals Malheur 12. De saus wordt afgewerkt met gerookt spek, champignons en scherpe mosterd.
Lekker met frietjes of kroketten, een frisse sla en een dot verse mayonaise.
Ingrediënten voor 4 personen.
Zet de Malheur 12 (voor de stoofpot) klaar op kamertemperatuur. Borstel de champignons en snijd ze in kwartjes. Pel de sjalotten en snipper ze zeer fijn. Pel de look en plet het teentje tot pulp.
Ontvlies de varkenswangen en snij de ontvliesde wangen in gelijke stukken. Kruid het vlees met een snuif zout en peper van de molen. Kleur vervolgens het vlees in een casserole met bruisende boter.
Haal de wangetjes uit de stoofpot en zet ze even aan de kant. Bak de champignons in de casserole met verse boter. Voeg vervolgens in dezelfde casserole de stukjes spek, de versnipperde sjalot en de geplette look toe.
Laat stoven in hete boter, kruid bij met peper en zout en proef zelf een Malheur 12 voor de chef.
Doe het vlees terug in de stoofpot, saingeer met bloem, roer en laat even mee bakken. Gebruik daarna een klein beetje water om de casserole te ‘deglaceren’ en voeg vervolgens het bier toe.
Maak een bouquet garni van enkele takjes tijm, peterseliestengels en enkele laurierblaadjes. Voeg de kruidentuil toe aan de stoofpot met gekneusde jeneverbessen, kruidnagels en scherpe mosterd. Voeg naar smaak enkele schepjes bruine suiker en bouillonblokjes toe.
Zet een deksel scheef op de stoofpot en laat de varkenswangen minstens twee uur sudderen op een zacht vuur. Proef het resultaat en voeg naar smaak wat extra peper, zout, kandijsuiker of mosterd toe.
Verwijder de bouquet garni, de jeneverbessen en de kruidnagels uit de casserole en serveer met frietjes of kroketten, een frisse groene sla naar keuze en met Malheur 12.